Plan Facilitators
  • Home
  • Anders intervenieren
  • Voorbeelden
    • Doen wat werkt
    • Hoe breng je een afsprakenstelsel in kaart
    • Hoe de sector de aardappelziekte onder controle kreeg
    • De zorg meer richten op de vraag richten in Roemenie
    • Van zorgen naar veranderbare situaties
    • Problemen verbinden
    • Samen een visie over de aardappelziekte maken
    • Een interventielogica voor de aardappelziekte
    • Interventielogica van het EPD
    • Doelen concretiseren
    • Een interventielogica voor een klachten project
    • Dialogica, de filosofie van de klik
    • Organisatieopstellingen
    • Het creatieve niets
    • Tegenstelling en polariteit
  • Diensten
    • Leergroep Anders interveniëren
    • Demosessie: Hoe hardnekkige problemen tot een oplossing komen
    • Training Initiatief ontwikkelen
    • Planning workshop
    • Faciliteren: samen een goed plan maken
  • Wie zijn wij
  • Blog
  • Netwerkintelligence

Problemen van de aardappelziekte verbinden 

Picture

Natuurlijk ging het gesprek met de telers en de andere partijen ook over de hamvraag: “Hoe het komt dat er alsmaar méér gespoten werd?”  Nu bleek dat het toch niet zo  moeilijk was om daar uit te komen. Toen we de vraag stelden, was men het er vrij snel over eens dat dat kwam omdat de telers ieder jaar weer enorme risico’s liepen om hun gewas in één keer te verliezen.  Het was dus geen onwil of onkunde, voor de meeste telers was er gewoon geen andere uitweg. 
Het teeltrisico leek daarmee zelfs het centrale probleem te zijn. Immers, een risico is een subjectief gegeven, het is de risicoperceptie die telers aanzet tot het gebruik van middelen, die op haar beurt weer door andere factoren wordt veroorzaakt: 
1. De ziektedruk van Phytophthora wordt steeds groter. 
2. Veel telers bestrijden de ziekte niet optimaal, d.w.z. te vroeg of te laat, een onjuiste dosering of net niet het beste middel
3. De commerciële rassen zijn erg gevoelig voor aardappelziekte P. 
En deze drie oorzaken hadden op hun beurt ook weer oorzaken. Toen we er een oorzaak-gevolg diagram van maakten zag het er zo uit: 

 

Toen we dit gesprek eenmaal hadden gevoerd, eerst in ons kleine groepje, en later met alle partijen erbij, was de stemming heel anders dan tijdens eerdere bijeenkomsten. Men was het er over eens dat telers niet zomaar wat in het wilde weg spuiten, maar dat de toename van het middelengebruik en de milieubelasting een logisch gevolg is van de situatie. Die was niet best, maar de betrokken partijen zagen ook in dat ze er allemaal ook mee te maken hadden. 
Toen we de betrokken partijen met elkaar aan tafel hadden en iedereen de probleemanalyse kon onderschrijven, stelden we de klassieke vraag:  “Als dit nú de situatie is, en we doen er niets aan, wat gaat er dan gebeuren in drie jaar tijd?” 
Het antwoord luidde: “Dan worden er waarschijnlijk  middelen verboden, en dan kunnen we eigenlijk geen aardappels meer telen in Nederland. We moeten slimmer worden dan de schimmel, anders verdwijnen we.” 
Dat was geen aanlokkelijk vooruitzicht, dát ze er wat aan gingen doen was wel toen wel zeker. En het was ook al duidelijk dat de telers hierbij het initiatief zouden nemen. 







Powered by Create your own unique website with customizable templates.